Desindexering

Het valt voor dat persoonlijke informatie op internet terechtkomt en voor iedereen beschikbaar is en door zoekmachines makkelijker toegankelijk wordt gemaakt. Dergelijke informatie kan soms nadelig, verouderd of onwaar zijn. Er bestaan oplossingen waarmee dit in sommige gevallen verholpen kan worden.


Om het concept 'desindexering' te begrijpen, moet u eerst begrijpen wat indexering is. Eenmaal geïndexeerd kan een webpagina eenvoudig gevonden worden via zoekmachines. Om een webpagina volledig te indexeren is een gezamenlijke inspanning nodig van de editor van de webpagina en van de zoekmachine(s).

Door een website te indexeren kan ze op basis van de inhoud op een relevante manier gerangschikt en teruggevonden worden tussen andere websites. Dat kan dan met name door een zoekopdracht te starten met een of meerdere trefwoorden uit de inhoud in een zoekmachine op het internet (page ranking).

Om het resultaat van de zoekopdracht te verbeteren kunnen ook voor- en achternamen van natuurlijke personen als trefwoord weerhouden worden. Dit vergemakkelijkt de toegang tot informatie over deze personen, maar kan in bepaalde situaties problemen opleveren, met name door het onwettige karakter van de oorspronkelijke publicatie of omdat de gepubliceerde informatie onjuist of onvolledig is. Voor de betrokken personen kan dit nadelig zijn.

De zoekmachines zijn weliswaar niet de auteurs van de problematische publicaties, maar ze zijn wel rechtstreeks betrokken bij de moeilijkheden die deze personen ondervinden, omdat ze toelaten te zoeken op de 'achternaam en voornaam' van de betrokken personen.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) heeft op 13 mei 2014 het zogenaamde 'Google Spain'-arrest gewezen, waarin bepaald wordt dat de betrokkenen aan de zoekmachines kunnen vragen een link van hun zoekmachine te verwijderen wanneer "gelet op de potentiële ernst van de gevolgen van deze verwerking op de grondrechten op persoonlijke levenssfeer en gegevensbescherming, de rechten van de betrokkene in de regel voorrang hebben op het economische belang van de zoekmachine en dat van internetgebruikers om toegang te krijgen tot de persoonsgegevens via de zoekmachine".

De verwijdering van de link is dus mogelijk, maar gebeurt niet automatisch, omdat er een evenwicht moet worden gevonden tussen de rechten van de betrokkene en andere belangen die op het spel staan, zoals de toegang tot informatie waaraan zoekmachines bijdragen, zelfs als die in de eerste plaats een commercieel doel nastreven.

Om zowel de zoekmachines als de betrokkenen maar ook de toezichthoudende autoriteiten te helpen bij het in de praktijk brengen van de jurisprudentie die voortvloeit uit het 'Google Spain'-arrest, heeft de  Werkgroep Artikel 29op 26 november 2014 richtsnoeren goedgekeurd waarin criteria worden vastgesteld die nu nog steeds van nut zijn. Enkele van deze criteria zijn:

  • Het private of publieke karakter van de persoon waarop de link betrekking heeft;
  • De leeftijd van de persoon (met het oog op eventuele betrokken minderjarigen);
  • De nauwkeurigheid van de gegevens;
  • De relevantie van de verwerkte gegevens of nog;
  • Het gevoelige karakter van de gegevens.

De zoekmachines hebben specifieke formulieren ingevoerd om aanvragen tot verwijdering in te dienen. Als daar een gunstig gevolg aan wordt gegeven, leidt de verwijdering ertoe dat de desbetreffende zoekmachine de betwiste link niet meer kan tonen in de zoekresultaten op basis van de trefwoorden ‘achternaam en voornamen’.

De verwijdering heeft echter geen gevolgen voor het bestaan van de betwiste link als dusdanig. Die blijft toegankelijk bij de oorspronkelijke bron (bv. de website waarop hij beschikbaar is). De link kan ook via andere zoektermen opnieuw in de zoekmachines verschijnen.

Na het 'Google Spain'-arrest en de procedures die door de zoekmachines werden ingevoerd, hebben de toezichthoudende instanties niettemin een toename vastgesteld van het aantal klachten in verband met verwijderingsaanvragen die door betrokkenen bij de zoekmachines werden ingediend, vaak te wijten aan een weigering van die laatsten om op het verzoek in te gaan of te wijten aan een ondoeltreffende  verwijdering op de lange termijn.

Omdat de verwijdering zonder rechtstreeks gevolg blijft voor de oorspronkelijke bron van de link, volstaat het immers dat de bron de URL-link zodanig wijzigt dat de inhoud opnieuw wordt geïndexeerd op basis van met name de achternamen en voornamen van de betrokken personen, die dan dezelfde stappen moeten herhalen.

Het is daarom altijd beter rechtstreeks contact op te nemen met de redacteurs van de inhoud van de website en/of de persoon die verantwoordelijk is voor de pagina en de URL-link die u problemen oplevert, samen met of onafhankelijk van uw verzoek bij de zoekmachines.

De AVG voorziet in verschillende rechten voor personen van wie de persoonsgegevens worden verwerkt.

In het licht van de kwesties betreffende de online privacy en de verzoeken om desindexering/verwijdering van bepaalde URL's, zijn met name twee rechten uit de AVG bijzonder relevant om aan te halen.

Dit zijn enerzijds het recht om bezwaar te maken tegen de verwerking van persoonsgegevens en anderzijds het recht om persoonsgegevens te wissen. Dit laatste wordt tevens ‘het recht op vergetelheid’ genoemd en ligt zo in het verlengde van de desindexering van betwiste links.

Hoewel beide rechten op alle verwerkingsverantwoordelijken van toepassing zijn, bekijken we ze hier louter voor wat betreft de online verwerkingsverantwoordelijken en dan met name de zoekmachines.

Zowel het recht om bezwaar te maken als het recht op wissen kan als rechtsgrond dienen voor de verzoeken om betwiste URL's te laten verwijderen/de-indexeren.

Zoals hiervoor vermeld, leiden desindexeringsverzoeken er, zelfs bij een gunstig gevolg, niet toe dat de betwiste link volledig gewist wordt. De persoonsgegevens worden noch uit de oorspronkelijke bron, noch uit de index of de cache van de zoekmachine gewist, waardoor de link opnieuw gevonden kan worden op basis van andere zoektermen dan uw voornamen en achternaam.

Maar ondanks dat gegeven moeten ook de zoekmachines er in bepaalde gevallen toe overgaan bepaalde persoonsgegevens volledig te wissen. Dat is bv. het geval als de zoekmachine de robots.txt-bestanden niet naleeft zoals ze door de oorspronkelijke redacteur van de inhoud geïmplementeerd zijn om de persoonsgegevens voor zoekmachines af te schermen (bv. na een verzoek daartoe van de betrokkene als die door de redacteur van de inhoud in het gelijk wordt gesteld). De zoekmachines zijn in dat geval verplicht de URL naar de betwiste inhoud volledig te wissen.

Om tot een beter begrip en inzicht te komen van de manier waarop het recht op gegevenswissing op zoekmachines moet worden toegepast, keurde de EDPB (European Data Protection Board of het Europees Comité voor Gegevensbescherming) op 2 december 2019 richtsnoeren goed waarin elk van de mogelijkheden uit artikel 17.1 van de AVG geïnterpreteerd wordt. Dit document biedt ook meer duiding over de wijze waarop de in artikel 17.3 van de AVG voorziene uitzonderingen moeten worden opgevat, die door de verwerkingsverantwoordelijken kunnen worden ingeroepen tegen de betrokkenen die van dit recht gebruikmaken.

Deze richtsnoeren herinneren er eerst en vooral aan dat het recht op de vraag om desindexering op basis van artikel 17 van de AVG, en bijgevolg op basis van het recht op gegevenswissing, niets verandert aan de ontwikkelingen als gevolg van het ‘Google Spain‘-arrest van het HvJ-EU, dat zich baseerde op de Richtlijn 95/46/EG die de AVG voorafging.

Het artikel 17.1 van de AVG voorziet in 6 gevallen waarin u kunt verzoeken uw persoonsgegevens te laten wissen:

  • Deze gegevens zijn niet langer nodig voor de doeleinden waarvoor zij zijn verzameld of anderszins verwerkt (a);
  • U trekt de toestemming in waarop de verwerking van deze gegevens berust (b);
  • U maakt bezwaar tegen de verwerking van deze gegevens (c);
  • De persoonsgegevens zijn onrechtmatig verwerkt (d);
  • Een wettelijke verplichting impliceert het wissen van deze gegevens (e); of
  • De gegevens werden verzameld in het kader van het aanbod van diensten van de informatiemaatschappij aan een minderjarige (f).

In dit opzicht valt te benadrukken dat u een verzoek tot desindexering mag indienen op basis van meer dan een van de gevallen zoals voorzien door artikel 17 van de AVG. U bent dus niet verplicht er slechts een van te weerhouden.

Artikel 17.1, a)

U hebt het recht een verzoek tot desindexering van een u betreffende link in te dienen als een zoekmachine deze voor een langere periode toegankelijk maakt dan nodig is voor de verwerking van die zoekmachine. De zoekmachines werpen gewoonlijk als argument op dat ze de publicatie en de informatie erin toegankelijk moeten houden voor het publiek.

Dit recht op toegang tot informatie moet echter tegen uw rechten worden afgewogen en dan met name uw recht op bescherming van uw persoonsgegevens en uw privacy. Die afweging kan in uw voordeel uitdraaien, in het bijzonder als de informatie in kwestie verouderd is of niet bijgewerkt werd.

Artikel 17.1, b)

In het geval van een desindexeringsaanvraag betekent dit dat de zoekmachine haar gegevensverwerking al van in het begin zou hebben gebaseerd op uw toestemming, wat niet of bijna nooit het geval is.

Het recht op gegevenswissing lijkt in dit geval in de praktijk dan ook moeilijk uitvoerbaar als het gaat om een verzoek om gegevens onder deze voorwaarde te wissen bij de verwerking ervan door een zoekmachine.

Als u echter uw toestemming voor de verwerking van uw gegevens heeft ingetrokken die u aan de redacteur van een via een zoekmachine geïndexeerde website heeft gegeven, is deze redacteur verplicht de betrokken zoekmachines hiervan op de hoogte te stellen. U beschikt dan over het recht om uit de genoemde zoekmachines te worden gewist, niet op basis van artikel 17.1, b), maar op basis van artikel 17.1, c), zoals hieronder beschreven.

Artikel 17.1, c)

Als u op grond van artikel 21.1 of 21.2 van de AVG geldig bezwaar maakt tegen de verwerking van uw persoonsgegevens en de zoekmachine geen andere wettelijke basis heeft om uw gegevens op deze manier verder te verwerken, kunt u ook de zoekmachine verzoeken uw persoonsgegevens te wissen.

Behalve in het geval van een bezwaar zoals bedoeld op grond van artikel 21.2, dat u de mogelijkheid biedt bezwaar te maken tegen de verwerking van uw gegevens voor direct marketingdoeleinden (raadpleeg daaromtrent ons themablok over dit onderwerp), kunt u bezwaar maken tegen de verwerking van uw gegevens op grond van artikel 21.1 van de AVG omwille van redenen die verband houden met uw specifieke situatie.

Dit vermoeden in uw voordeel houdt in dat de zoekmachines waartegen u bezwaar maakt m.b.t. de verwerking van uw gegevens, met de verwerking van uw gegevens moeten stoppen tenzij ze kunnen aantonen dat er dwingende en legitieme redenen zijn die zwaarder wegen dan uw belangen en uw rechten en vrijheden.

Zoekmachines hebben, net als elke andere verwerkingsverantwoordelijke, het recht om het verzoek waarin u bezwaar maakt tegen de verwerking van uw gegevens te weigeren, waarbij zij dergelijke redenen moeten kunnen aantonen, met name die zoals vermeld onder artikel 17.3 van de AVG.

Als ze daar niet of onvoldoende in slagen, moeten ze uw verzoek inwilligen.

Op dat moment hebt u ook het recht aansluitend op uw bezwaar een verzoek in te dienen om uw persoonsgegevens te wissen.

Algemeen genomen houden desindexeringsverzoeken aan zoekmachines voortaan intrinsiek in dat er een evenwicht moet worden gevonden tussen de elementen die betrekking hebben op uw specifieke situatie en de dwingende redenen die de zoekmachines tegen uw verzoek kunnen inroepen. Dat ligt grotendeels in lijn met de filosofie van de jurisprudentie als gevolg van het ‘Google Spain’-arrest van het HvJ-EU.

In de praktijk echter kunnen de in 2014 door de ‘Werkgroep Artikel 29’ uitgewerkte desindexeringscriteria nog steeds door aanbieders van zoekmachines en toezichthoudende autoriteiten gebruikt worden om een verzoek tot desindexering te beoordelen op basis van het recht op bezwaar (artikel 17, paragraaf 1, punt c), van de richtlijn betreffende de grondrechten van natuurlijke en rechtspersonen).

Binnen die context vormt de ‘specifieke situatie’ van de betrokkene de basis voor het verzoek om desindexering (bv. een zoekresultaat is nadelig voor een betrokkene bij het solliciteren naar een baan of schaadt zijn/haar reputatie in zijn/haar privéleven). Met die situatie wordt dan rekening gehouden bij het afwegen van de rechten van het individu ten opzichte van het recht op informatie, naast de klassieke criteria voor de behandeling van verzoeken om desindexering, zoals:

  • hij of zij speelt geen rol in het openbare leven;
  • de informatie in kwestie houdt geen verband met zijn of haar beroepsleven en heeft gevolgen voor zijn of haar privéleven;
  • de informatie houdt vermeende haatdragende uitlatingen/laster/smaad of soortgelijke strafbare feiten in op het gebied van meningsuiting ten opzichte van hem/haar op grond van een gerechtelijke beslissing;
  • de informatie geeft duidelijk de persoonlijke mening van een persoon weer en geen gecontroleerde feiten;
  • de gegevens verwijzen naar een relatief klein strafbaar feit dat lang geleden is gepleegd en nadelig is voor betrokkene.

Het blijft evenwel belangrijk te benadrukken dat het niet nodig is deze criteria te onderzoeken als de zoekmachine waar u uw verzoek indient, het bestaan van dwingende legitieme redenen voor het weigeren van uw verzoek niet kan aantonen of bewijzen.

Artikel 17.1, d)

De EDPB herinnert er op dit punt aan dat het begrip onrechtmatige verwerking eerst moet worden geïnterpreteerd  in het licht van artikel 6 van de AVG dat gewijd is aan de rechtmatigheid van de verwerking.

Voor deze interpretatie kunnen nog andere beginselen zoals vastgelegd in de AVG (waaronder de beginselen van artikel 5 of andere bepalingen van hoofdstuk II) gebruikt worden. Een dergelijke interpretatie moet objectief gebeuren door de toezichthoudende autoriteiten, in overeenstemming met de nationale wetgeving of een gerechtelijke beslissing.  Zo moet een verzoek tot desindexering van de lijst bv. worden ingewilligd in gevallen waarin de verwijzing (referencing) naar persoonsgegevens uitdrukkelijk verboden is door een gerechtelijke beslissing.

Op basis van artikel 6 van de AVG, dat voorziet in de voorwaarden waaronder een verwerkingsverantwoordelijke, en in voorkomend geval dus een zoekmachine, over het recht beschikt gegevens te verwerken, kunt u verkrijgen dat uw gegevens gewist worden als deze zoekmachine niet kan aantonen dat ze uw gegevens onder een van deze voorwaarden verwerkt. Als een zoekmachine bv. volhoudt dat ze uw gegevens verwerkt op basis van uw toestemming, terwijl u in realiteit nooit uw toestemming hebt gegeven voor een dergelijke gegevensverwerking, kan ze uw verzoek tot gegevenswissing niet tegenhouden.

Artikel 17.1, e)

Als een in het Unierecht of het lidstatelijke recht (nationale wetgeving of van een andere Lidstaat) neergelegde wettelijke verplichting geldt om bepaalde gegevens te wissen, en de persoonsgegevens die in de URL-link over u zijn opgenomen binnen dit kader vallen, kunt u de zoekmachine verzoeken uw gegevens op basis van deze wet te wissen.

In dit verband wijst de EDPB erop dat de naleving van een wettelijke verplichting kan voortvloeien uit een bevel, een uitdrukkelijk verzoek op grond van het nationale of gemeenschappelijke recht te worden onderworpen aan de ‘wettelijke verplichting tot gegevenswissing’ of uit het loutere feit dat de verwerkingsverantwoordelijke de bewaarperiode voor de gegevens niet in acht heeft genomen. Als voorbeeld voegt ze in haar richtsnoeren toe dat als de bewaarperiode voor de gegevens zoals vastgelegd in een wettekst niet wordt nageleefd, dit de basis kan zijn voor een verzoek tot wissing van persoonsgegevens.

Artikel 17.1, f)

Hoewel zoekmachines bij het indexeren van de inhoud van een webpagina, zich geen vragen stellen bij de leeftijd van de personen van wie ze de gegevens verwerken benadrukt de EDPB dat ze inhoud met betrekking tot een kind uit hun referencing moeten verwijderen, rekening houdend met het feit dat de toepassing van artikel 17.1, f) ook afhangt van de context waarin de oorspronkelijke verwerkingsverantwoordelijke de persoonsgegevens verzamelt. Met name de begindatum van de verwerking door de oorspronkelijke website (die het mogelijk maakt de leeftijd van de betrokkene te kennen) moet in aanmerking worden genomen wanneer een betrokkene om deze reden om de desindexering van de inhoud verzoekt.

Uitzonderingen zoals voorzien onder artikel 17.3 van de AVG

Dit artikel stelt dat de verwerkingsverantwoordelijke een verzoek om gegevenswissing kan tegenhouden als de door hem uitgevoerde verwerking noodzakelijk is:

  1. voor het uitoefenen van het recht op vrijheid van meningsuiting en informatie;
  2. voor het nakomen van een in een het Unierecht of het lidstatelijke recht neergelegde wettelijke verwerkingsverplichting,
  3. om redenen van algemeen belang op het gebied van de volksgezondheid;
  4. met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden;
  5. voor de instelling, uitoefening of onderbouwing van een rechtsvordering.

In haar richtsnoeren legt de EDPB uit dat artikel 17.3 weinig of niet van toepassing is op de verzoeken tot desindexering zoals aangevoerd tegen de zoekmachines.

Het eerste criterium kan echter wel in bepaalde omstandigheden van toepassing zijn.

Het HvJ-EU heeft in het Costeja-arrest erkend en recent in het Google 2-arrest herhaald dat de gegevensverwerking door een aanbieder van een zoekmachine aanzienlijke gevolgen kan hebben voor de grondrechten op privacy en gegevensbescherming als de zoekopdracht gebeurt op basis van de naam een betrokkene.

Bij het afwegen van de rechten en vrijheden van de betrokkenen tegen het belang dat internetgebruikers hebben bij de toegang tot informatie via de zoekmachine, heeft het Hof geoordeeld dat de rechten van de betrokkene in het algemeen weliswaar zwaarder wegen dan het belang van de internetgebruikers, maar dat dit evenwicht in specifieke gevallen kan afhangen van de aard van de betrokken informatie en de gevoeligheid ervan voor de privacy van de betrokkene en van het belang dat het publiek heeft bij de toegang tot die informatie, een belang dat met name kan verschillen naargelang de rol die de betrokkene speelt in het openbare leven.

De analyse van het Hof met betrekking tot de desindexering impliceert bijgevolg dat bij de beoordeling van verzoeken om desindexering de beslissing over het al dan niet handhaven of blokkeren van zoekresultaten door een zoekmachine noodzakelijkerwijs rekening moet houden met de impact van een desindexering op de toegang tot informatie voor de internetgebruikers; een impact die daarom niet noodzakelijkerwijs leidt tot het afwijzen van een verzoek om de schrapping ervan.

Bij een weigering van de desindexering moet een dergelijke inbreuk op de grondrechten van de betrokkene worden gerechtvaardigd door het doorslaggevende belang dat het grote publiek heeft bij de toegang tot de informatie in kwestie.

Het Hof maakt ook een onderscheid tussen de eventuele legitimiteit van een webredacteur om informatie te verspreiden en de legitimiteit van de zoekmachine. Het Hof erkent dat de activiteit van een webredacteur uitsluitend kan worden uitgeoefend voor journalistieke doeleinden, in welk geval de webredacteur in aanmerking zou komen voor de vrijstellingen die de lidstaten ten gunste van hem zouden kunnen instellen (zie in die zin in België artikel 24 van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens).

In dat verband geeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in het arrest ‘M.L. en W.W. tegen Duitsland’’ van 28 juni 2018 aan dat de afweging van de betreffende belangen tot verschillende resultaten kan leiden, naargelang het desbetreffende verzoek (waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen i) een verzoek tot wissing ingediend tegen de oorspronkelijke redacteur, van wie de activiteit een essentieel onderdeel vormt van wat het recht op vrijheid van meningsuiting wil beschermen, en ii) een verzoek dat wordt ingediend tegen een zoekmachine die er in hoofdzaak geen belang bij heeft de oorspronkelijke informatie over de betrokken persoon te publiceren, maar er wel belang bij heeft alle beschikbare informatie over deze persoon te kunnen identificeren om zo zijn of haar profiel te bepalen).

Deze overwegingen moeten beoordeeld worden in het licht van de klachten die in het kader van artikel 17 van de AVG ingediend worden, vermits bij deze beslissingen de rechten van de betrokkenen die het verzoek om desindexering indienen, afgewogen moeten worden tegen de belangen die de internetgebruikers hebben bij de toegang tot informatie.

Zoals het HvJ-EU in zijn Google 2-arrest toelicht heeft artikel 17.3, a) van de AVG ‘het recht op bescherming van persoonsgegevens geen absolute gelding, maar moet het worden beschouwd in relatie tot zijn functie in de samenleving en overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel worden afgewogen tegen andere grondrechten’.

Het Hof besluit dat "de exploitant van een zoekmachine na de ontvangst van een verzoek tot verwijdering van een link naar een webpagina waarop persoonsgegevens die onder bijzondere categorieën vallen (…)  zijn gepubliceerd, op basis van alle relevante elementen van het geval en gelet op de ernst van de inbreuk op de in de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie verankerde grondrechten van de betrokkene op eerbiediging van het privéleven en op bescherming van persoonsgegevens, om de redenen van algemeen zwaarwegend belang (...) en onder eerbiediging van de in deze bepalingen bedoelde voorwaarden (...) moet nagaan of de opname van deze link in de resultatenlijst die wordt weergegeven na een zoekopdracht op de naam van deze persoon strikt noodzakelijk blijkt ter bescherming van het in artikel 11 van dat Handvest verankerde recht op vrijheid van informatie van de internetgebruikers die mogelijk geïnteresseerd zijn in toegang tot deze webpagina via een dergelijke zoekopdracht. "

Voor de andere in artikel 17.3 van de AVG voorziene uitzonderingen wordt verwezen naar de door de EDPB goedgekeurde richtsnoeren.

U beschikt over verschillende mogelijkheden als u informatie over uzelf van het internet wilt zien verdwijnen.

Als u persoonsgegevens van een website wilt zien verdwijnen, kunt u het best eerst contact opnemen met de webredacteur en/of de oorspronkelijke bron van de inhoud. Die kunnen eenvoudiger aan uw verzoek voldoen.

Als u gelijklopend daarmee of afzonderlijk ook contact wilt opnemen met een verantwoordelijke van de zoekmachine, beschikken zij over een onlineformulier waarmee u uw verzoeken tot desindexering aan hen kunt richten:

Mochten deze acties ontoereikend blijken, omdat u geen antwoord ontvangt binnen een redelijke termijn of binnen de termijn zoals vermeld door de redacteur van de inhoud en/of de zoekmachine, of omdat deze laatste weigeren uw verzoek in te willigen, kunt u zich tot de GBA wenden om een verzoek om bemiddeling of een klacht in te dienen.

Ongeacht de speler tot wie u zich wendt om uw rechten uit te oefenen, dient u altijd volledig en accuraat te zijn en de nodige documenten te verstrekken om uw verzoek te staven zonder daarbij informatie te bezorgen die niet noodzakelijk is voor uw verzoek. Verstrek geen persoonsgegevens die niet nodig zijn om uw rechten uit te oefenen.