In 2021 stelde de GBA ook alles in het werk om haar doelgroepen te sensibiliseren.


Kleine en middelgrote ondernemingen

Na de publicatie van de in 2020 ontwikkelde instrumenten waarmee KMOs makkelijker aan de slag kunnen met de regels van de AVG - zoals de oplossingen voor veel gestelde vragen, de KMO-handleiding alsook de verzameling sjablonen, werd het project BOOST in 2021 succesvol verder gezet met de productie van een reeks hapklare, sensibiliserende videoboodschappen, de ontwikkeling van een online omgeving die aan de hand van een quizformule leert omgaan met de AVG en de organisatie van een uitgebreide en zeer gesmaakte webinar. Voor de organisatie van deze laatste kon de GBA naast haar consortium partners (UNamur, VUB en KU Leuven) ook rekenen op de zeer gewaardeerde medewerking en ondersteuning van het VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen), Agoria, UCM (Union des Classes moyennes), UNIZO (Unie van Zelfstandige Ondernemers) en de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO. Mede door deze samenwerking konden we rekenen op de participatie van 735 deelnemers. Project BOOST werd afgesloten met een experiment waarbij het potentieel van een conversational AI (een soort chatbot) werd onderzocht.


Kinderen en jongeren: www.ikbeslis.be

De wereld staat niet stil, maar verandert voortdurend. Dit creëert nieuwe mogelijkheden en uitdagingen. Vandaag nemen technologische ontwikkelingen met en voor de verwerking van persoonsgegevens een belangrijke plaats in, ook in de leefwereld van kinderen en jongeren. ‘ik beslis’ is dan ook gefundeerd op het idee dat de bescherming van de privacy van onze kinderen en jongeren pas dan kan slagen op voorwaarde dat zij zich bewust zijn van dit belang. Daarom zijn alle activiteiten van ‘ik beslis’ erop gericht jongeren te tonen hoe ze zich een privacy-vriendelijke attitude eigen kunnen maken. Het centrale informatieproduct van ‘ik beslis’ is haar website www.ikbeslis.be. Deze website bevat informatie rond de bescherming van persoonsgegevens op maat van verschillende doelgroepen: jongeren, ouders en leerkrachten. Samen met Gustave de Egel, ontdekken jongeren er hoe ze hun hun persoonsgegevens beter kunnen beschermen.

2021 bleek helaas niet het jaar van de herovering van de vrijheid.  Ik beslis heeft daarom ingezet op een thema waarrond naar aanleiding van de coronacrisis er vanuit het onderwijsveld, maar ook van ouders en leerlingen zelf heel wat vragen werden gesteld: afstandsonderwijs. Bij afstandsonderwijs worden vaak e-learningplatformen gebruikt en worden heel wat leerlingen via software gecontroleerd op spieken tijdens het afleggen van online toetsen of examens.

E-learning is een koepelterm voor elk elektronisch programma of technologisch hulpmiddel dat gebruikt wordt om onderwijsactiviteiten te ondersteunen of toestaat om te communiceren tussen leerkracht en leerlingen of leerkrachten onderling. Hier kunnen verschillende tools onder vallen, gaande van platformen om schoolmateriaal te raadplegen en testen af te nemen (elektronische leeromgevingen zoals bijvoorbeeld Smartschool, Moodle, etc.), tot programma’s die het mogelijk maken om op een interactieve manier te communiceren (bijvoorbeeld Microsoft Teams, Google Edu, maar ook PollEverywhere, Kahoot!, etc.). Het gebruik van tablets of pc’s in de klas waar leerlingen oefeningen op kunnen maken of educatieve spelletjes kunnen spelen valt ook onder het begrip ‘e-learning’. E-learningplatformen staan vaak toe om een ‘virtuele klas’ te creëren waar leerkrachten studiemateriaal kunnen verdelen, toetsen kunnen afnemen en ze kunnen communiceren met hun leerlingen. Naast de vele voordelen die e-learning kent, zijn er ook risico’s verbonden aan het gebruik van deze tools. Om deze risico’s te kunnen beperken heeft “ik beslis” via een thematekst op haar website aandachtspunten voor scholen bij het gebruik van dergelijke e-learningplatformen geformuleerd. Voor de doelgroep jongeren (leerlingen) heeft “ik beslis” eveneens een themapagina op haar website gecreëerd waarin op maat van jongeren wordt uitgelegd hoe hun school hun privacy moet garanderen wanneer e-learningplatformen worden gebruikt.

Het online toezicht op toetsen en examens wordt ook wel “online proctoring” genoemd. Bij “online proctoring” maakt de leerling thuis een examen. Ondertussen controleert een softwareprogramma of een leerling niet spiekt tijdens het examenmoment. Er zijn verschillende manieren van “online proctoring”. Zo is het mogelijk om als leerkracht mee te kijken via de webcam van de leerling wanneer deze het examen maakt. Dit kan zowel tijdens het maken van het examen zelf als achteraf door het bekijken van een opname. Een andere manier van “online proctoring” is het meekijken op het computerscherm. Zo wordt er gecontroleerd welke muisbewegingen de leerling maakt en welke bestanden hij of zij opent. Ten slotte bestaan er ook programma’s die het mogelijk maken om beelden te laten analyseren. Dit kan door een externe firma buiten de onderwijsinstellingen of op een geautomatiseerde manier met behulp van een algoritme. “Online proctoring” brengt privacyrisico’s met zich mee. Er wordt namelijk meegekeken in de persoonlijke omgeving van de leerling. Omdat deze programma’s persoonsgegevens verwerken, moeten scholen rekening houden met de verplichtingen die de Algemene Verordening Gegevensbescherming (ook wel gekend als de GDPR) oplegt. De belangrijkste aandachtspunten hieromtrent heeft ik beslis toegelicht via een themapagina op haar website over proctoring. Ook rond het onderwerp “proctoring” heeft ik beslis op haar website informatie op maat van jongeren voorzien. Jongeren krijgen in eenvoudige taal uitleg over wat hun school wel of niet mag en zelfs uitleg over in welke situaties zij “proctoring” kunnen weigeren.

Hoewel het informeren van jongeren over gegevensbescherming een belangrijke taak van de GBA is, in die mate zelfs dat ze expliciet is opgenomen in bij wetgeving bepaalde GBA-takenpakket (art. 22 §1 3° WOG en art.57 1. b) AVG), stelt de GBA vast dat het jaar na jaar moelijker wordt om via ik beslis nieuwe thema’s, informatiecampagnes, lesmateriaal, … te ontwikkelen omwille van het te kort aan werkingsmiddelen. In deze context van behoeftigheid steunt de werking van ik beslis eigenlijk volledig op “vrijwilligers” in de zin dat werkgroep rond ik beslis uit GBA-medewerkers bestaat die taken in verband met ik beslis bovenop hun gewone takenpakket uitvoeren. Geen enkele medewerker heeft immers “ik beslis” als element in het functieprofiel staan naast de opgelegde taken. Dit nijpende tekort aan werkingsmiddelen is nefast omdat onze jongeren kwetsbare betrokkenen en de volwassenen van morgen zijn.

De manier waarop “ik beslis” de voorbije jaren is vormgegeven, heeft voor een enorme impact gezorgd bij deze doelgroep. Zo heeft de GBA via ik beslis verschillende awards gewonnen die aantonen dat het werk van “ik beslis” gewaardeerd wordt. Verder heeft “ik beslis” langs Vlaamse zijde ook het “watwat”- label verkregen, een erkenning dat gegeven wordt aan informatieprojecten met informatie op maat van de leefwereld van jongeren en gebracht in een voor hen toegankelijke en begrijpbare vorm. De website van ik beslis is uitgegroeid tot één van de belangrijkste informatiekanalen van de GBA. Het aantal bezoeken aan de ik beslis-website ligt op bepaalde momenten hoger dan het aantal bezoeken aan de algemene GBA-website. Verder komen er ook bijna dagelijks bestellingen binnen voor les- en informatiemateriaal aangeboden door “ik beslis” (affiches, folders, …) en vragen verschillende uitgeverijen van schoolboeken de toestemming om bepaalde informatie in hun lesmateriaal te mogen opnemen.

De GBA hoopt dan ook om de komende jaren meer werkingsmiddelen te mogen ontvangen zodat de GBA onze jongeren kan blijven informeren en sensibiliseren over (het belang van) gegevensbescherming.


Het ruime publiek

Communicatie van de Eerstelijnsdienst

Bewust zijn betekent een problematiek begrijpen en de moeilijkheden ervan identificeren. Dit is niet gemakkelijk bij een onderwerp dat zo omvangrijk en gevoelig is als gegevensbescherming. Daarom heeft de Eerstelijnsdienst besloten zijn twee bevoegdheden, die van het behandelen van verzoeken om informatie, bemiddeling en klachten, te combineren met haar bewustmakingsmissie van het belang van gegevensbescherming.

De Eerstelijnsdienst speelt een centrale rol in de GBA en vormt de schakel tussen gegevensbescherming en individuele personen. In 2021 heeft de dienst 1928 klachten, 3735 informatieaanvragen en 116 bemiddelingsverzoeken ontvangen. Achter elk van deze verzoeken gaat een breed scala van doelgroepen schuil, van de burger tot de bedrijfsjurist, van de academische onderzoeker tot de politieke leider.